1634- Pesthuis
In het begin van de 17e eeuw was de medische wereld van mening dat zieken die stinken en de lucht ´verpesten´, volstrekt moesten worden afgezonderd. Een ´pesthuys´ kon het beste buiten de stad liggen. Zo werd in 1634 het Pesthuys (zoals nog steeds een woongroep in Paviljoen 1 heet) op de plek van het huidige WG-terrein in gebruik genomen. Het gebouw bood ruimte aan 340 bedden en lag omzoomd door bomen in een open landschap van sloten en plassen, met hier en daar molens en fabriekjes. Aanvankelijk was het Pesthuys een voorbeeld van moderne ziekenzorg, maar in de loop van de 17e en 18e eeuw ging de kwaliteit erg achteruit en werd het een ´schandvlek´ voor Amsterdam.
1734 – Buitengasthuis
Als onderdeel (voor hopeloze zieken) van het Binnengasthuis in de stad veranderde de naam in 1734 van Pesthuys in Buitengasthuis. Er werd een ´dolhuys´ (de naam van een woongroep in Paviljoen 2) toegevoegd voor krankzinnigenzorg. Aan de erbarmelijke toestanden veranderde echter niets. De door het stadsbestuur aangestelde artsen stierven zelf aan de ernstige ziekten die zij er opliepen. In de tweede helft van de 19e eeuw probeerden jonge, idealistische artsen het opnieuw en zij hadden meer succes. De verpleging van patiënten kreeg meer aandacht, de organisatie verbeterde en steeds meer geschoold personeel kwam er werken. Vanaf 1870 werd het Buitengasthuis langzaam maar zeker opgenomen in de stad.
1893 – Wilhelmina Gasthuis
In 1883 werden de eerste plannen gelanceerd voor een groot ziekenhuis met verschillende paviljoens en flexibele barakken die steeds aan te passen waren aan de behoefte. In 1889 begon men met de voorbereiding van de bouw van de paviljoens: relatief kleine gebouwen met veel ramen die vrij stonden in een groene omgeving om de patiënten veel frisse lucht te garanderen. Dit dorpse karakter, wat het terrein nog steeds kenmerkt, stak af tegen de sterke verstedelijking van de buurt eromheen. Op 28 mei 1891 legde de toen tienjarige koningin Wilhelmina de eerste steen (nog te zien in Paviljoen 2), waarop in juli 1893 Paviljoen 1 in gebruik werd genomen. Tot aan midden 20ste eeuw werden vele gebouwen bijgebouwd, verbouwd en vervangen. In 1925 nam het Wilhelmina Gasthuis de functie van academisch ziekenhuis over van het Binnengasthuis.
1979 tot 1983 – Vertrek ziekenhuis
De paviljoenstructuur werd in de jaren ´50 steeds beperkender voor de toenemende schaalvergroting in de ziekenhuisorganisatie. Een vlotte behandeling door verschillende afdelingen, die allemaal hun eigen gebouw hadden, verliep moeizaam en het raakte uit de tijd om patiënten in een soort melkboerenkarretje over het terrein te vervoeren. In 1966 bood de gemeente de universiteit een groot terrein in de Bullewijk aan, waarnaast de Bijlmer net gebouwd werd. Na veel intern verzet startte uiteindelijk in 1973 de bouw van het Academisch Medisch Centrum, waarna de verhuizing plaatsvond. Cardiologie, interne ziekten (Paviljoen 1) en chirurgie gingen als laatste in 900 vrachtwagens over, zodat op 14 december 1983 het Wilhelmina Gasthuis definitief de poort sloot.
1984 – Stichting Beheer WG-terrein
Vanaf 1980 gingen zowel de gemeente als de buurt op zoek naar een nieuwe bestemming voor het WG-terrein. De buurt pleitte voor behoud van het open en groene karakter en hergebruik van de bestaande gebouwen. Heftige discussies werden gevoerd over plannen van de gemeente om een grootschalig psychiatrisch ziekenhuis op het terrein te vestigen en ook de komst van een commercieel ondernemerscentrum in het oude Chirurgiegebouw stuitte aanvankelijk op veel tegenstand. Om de nieuwe plannen uit te kunnen voeren, diende de gemeente het terrein nog wel aan te kopen van het Rijk. Aanvankelijk verliepen de onderhandelingen erg moeizaam, maar toen de ochtend na het definitieve vertrek van het ziekenhuis grote groepen krakers aan de poort rammelden was de overdracht binnen de kortste keren geregeld. Het begin van een nieuwe toekomst voor het terrein. Een deel van de oude ziekenhuisgebouwen werd gesloopt, zoals het bekende ´paviljoen 3´ (psychiatrie), de apotheek en het oude ketelhuis met zijn karakteristieke vorm en de hoge schoorstenen. Sommige gebouwen werden illegaal ontdaan van alle waardevolle spullen, zoals glas, koper, collegebanken, enz.. Her en der zijn deze nog in Amsterdam te bewonderen. Andere gebouwen zouden behouden blijven en worden verbouwd tot woningen, bedrijfsverzamelgebouw of ateliers. Voor de midden op het terrein gelegen paviljoens 1 en 2 had de gemeente de eerste 5 jaar nog geen concrete plannen. De Stichting Beheer WG-terrein werd opgericht om (tijdelijk) goedkope woon- en werkruimtes te realiseren in de Paviljoens 1 en 2. De gemeente was bereid de gebouwen voor een periode van vijf jaar in bruikleen te geven, mits de stichting alle kosten voor zijn rekening zou nemen. Dit leek een moeilijke opgave, maar dankzij de medewerking van de Triodosbank kon al snel aan deze voorwaarde worden voldaan. Het definitieve contract met de gemeente liet echter op zich wachten en omdat Paviljoen 1 door leegstand, diefstal en vandalisme ondertussen steeds verder achteruit ging, werd het pand op 16 juli 1984 alsnog ´vroegtijdig in gebruik genomen´.
1984 tot 1990 – Pionieren
In maart 1985 tekende de Stichting een tijdelijk beheercontract van 5 jaar. De bewoners en bedrijfjes hoefden geen huur te betalen, maar draaiden wel op voor alle broodnodige investeringen zoals de vernieuwing van de electra, de waterleiding, het metselen van vele honderden vierkante meters muur en de installatie van een nieuwe verwarmingsketel. Het project was alleen haalbaar als de gebruikers alle verbouwactiviteiten zelf uitvoerden. Iedereen verplichtte zich tot 2 dagen per week, en later 1 dag, meewerken. Tussenmuren werden gebouwd, ruimtes werden elk geheel verschillend ingericht, de gemeenschappelijke Cantina werd draaiende gehouden. Met toen ook al een enorm gebrek aan kinderopvang werd samen met het wijkcentrum en ouders kinderdagverblijf Willemientje opgezet. Vele startende bedrijfjes en organisaties namen hun intrek en vertrokken weer als ze uit hun jasje groeiden: Artsen Zonder Grenzen, verhuurbedrijf van theaterbenodigdheden STAP, administratiekantoor Ins & Outs, architectenburo Rataplan die later de verbouw zou uitvoeren. Jonge theatermakers doopten de collegezaal om tot het Amphitheater. Het bruiste weer in en om de paviljoens.
1991 tot 1993 – Verbouwing
In 1990 zou het tijdelijke contract aflopen, maar al in 1987 had de Stichting de gemeente gevraagd het project definitief te maken. Een haalbaarheidsonderzoek toonde aan dat een grondige verbouwing nodig was. Door samenwerking te zoeken met woningbouwvereniging Het Oosten werd een plan voor casco-verbouw financieel haalbaar. Het Oosten zou het casco verbouwen en beheren, de gebruikers de inbouw. In samenwerking met de gebruikers, Het Oosten, Rataplan en de aannemer werd in oktober 1991 een plan ingediend en in 1992 werd gestart met de verbouw waarbij zo milieuvriendelijk als mogelijk gewerkt werd: zonneboilers, grasdaken, vloerverwarming, gierzwaluw dakpannen, aangebouwde serres en waterbesparing. Tien maanden en 2 branden verder werd Paviljoen 2 opgeleverd, een half jaar later het eerste deel van Paviljoen 1 en in april 1994 werden de laatste woon- en werkeenheden opgeleverd. Daarna gingen de bewoners en gebruikers weer aan de slag om er hun paleisje van te maken.